De belangrijkste songs van (en over) Sinéad O’Connor
Het nieuws van het overlijden van Sinéad O’Connor schokte de muziekwereld deze week. We blikken terug op de carrière van de Ierse zangeres met haar meest memorabele songs.
Sinéad O’Connor overleed eerder deze week op 56-jarige leeftijd. De Ierse zangeres brak in de late jaren 80 door met haar intense songs, waarin ze afwisselend fluisterzacht kon zingen en uit haar tenen kon brullen.
In de dertig jaar die volgen, komt O’Connor evenveel met haar acties naast als op het podium in de aandacht te staan. De zangeres lijdt een onstuimig leven, dat ze weet te verwerken in de emotioneel geladen collectie nummers die ze achterlaat. We zetten haar meest memorabele nummers op een rij.
Troy
De eerste kennismaking met O’Connor vindt plaats in 1987, wanneer ze haar debuutsingle Troy uitbrengt. Het wordt een flinke hit in Nederland, die in januari 1988 de vijfde plek in de Top 40 weet te bereiken.
Troy is ongeveer in alles het tegenovergestelde van de nummer 1-hit in die periode, (I’ve Had) The Time of My Life uit de film Dirty Dancing. Waar Bill Medley en Jennifer Warnes een de liefde bezingen in gelikt romantisch nummer, blikt O’Connor terug op de trauma’s die ze in haar jeugd meemaakte.
Troy is deels gebaseerd op een gedicht van William Butler Yeats, en deels op het misbruik waarmee O’Connor in haar jeugd geconfronteerd wordt. In de zomer van 1988 zingt ze, op 21-jarige leeftijd, het nummer live tijdens een imposant Pinkpop-optreden.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Nothing Compares 2 U
De song waarmee O’Connor voor altijd geassocieerd wordt. Oorspronkelijk geschreven door Prince, maar zij maakt er in de vroege jaren 90 een wereldwijde hit van.
Prince en O’Connor kunnen desondanks niet goed met elkaar overweg. In haar memoires uit 2021 beschrijft de zangeres haar ontmoeting met The Purple One in zijn landhuis in Hollywood. Prince laat zijn butler constant soep naar O’Connor brengen (terwijl ze daar niet om gevraagd heeft), en uit kritiek op haar vanwege haar scheldpartijen in interviews.
Wanneer Prince voorstelt om een kussengevecht te doen, doet hij iets zwaars in het kussen waarmee hij O’Connor slaat. De zangeres slaat midden in de nacht op de vlucht en wordt door Prince in zijn auto op de snelweg achtervolgd. “Je moet gek zijn om muzikant te worden”, schrijft ze, “maar er is een verschil tussen gek doen of op een gewelddadige manier vrouwen aanvallen.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Fire On Babylon
Ook in Fire On Babylon, de eerste single van O’Connors album Universal Mother uit 1994, zingt ze over haar moeder. Daarbij komt niet alleen het misbruik dat zij meemaakte naar voren, maar ook hoe zwaar haar broers het te verduren kregen, wat blijkt uit de tekst “look what she did to her son”.
“Het had te maken met een ontdekking van mij over wat ze met een van mijn broers had gedaan, waar ik heel boos van werd”, schrijft O’Connor in haar memoires over Fire On Babylon. “Om eerlijk te zijn is het nu moeilijk voor mij om boos te worden over mijn moeder. Het is de manier waarop ik het heb overleefd, ik heb mezelf overtuigd dat ze niet wist wat ze deed.”
De clip voor het nummer, waarin O’Connor een verjaardagstaart aan haar moeder presenteert, is geregisseerd door Michel Gondry. De Franse filmmaker maakte ook clips voor Björk en Daft Punk, en regisseerde in 2004 de film Eternal Sunshine of the Spotless Mind.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
War
Het meest controversiële moment uit de carrière van O’Connor vindt plaats op de Amerikaanse televisie in 1992. In sketchprogramma Saturday Night Live zingt de Ierse muzikant een a capella-cover van Bob Marleys nummer War.
Met het nummer wil O’Connor aandacht vragen voor het massale kindermisbruik dat plaatsvindt in de katholieke kerk. De zangeres, die zelf een deel van haar jeugd in een katholiek internaat doorbracht en vreselijk behandeld werd, haalt aan het eind van het nummer een foto van de Paus tevoorschijn.
Met de woorden “fight the real enemy” verscheurt ze de foto van de Paus, wat leidt tot een ongekende hoeveelheid controverse. In de jaren die volgen, blijkt er steeds meer waarheid te zitten achter het statement van O’Connor. Tien jaar na haar optreden in Saturday Night Live, biedt de Paus namens de katholieke kerk zijn excuses aan voor de duizenden kinderen die misbruikt zijn.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Last Day of Our Acquaintance
Hartverscheurend met de kennis van nu, deze song van O’Connors doorbraakplaat I Do Not Want What I Haven’t Got (waar ook Nothing Compares 2 U op staat). In het nummer bezingt de zangeres een afscheid.
Last Day of Our Acquaintance begint als een kleine ballad, waarop O’Connor zichzelf begeleidt op akoestische gitaar. Tegen het eind vallen drums en basgitaar in, waarmee het afscheid dat de zangeres beschrijft niet alleen verdriet, maar ook kracht en acceptatie meekrijgt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Red Hot Chili Peppers – I Could Have Lied
Red Hot Chili Peppers-frontman Anthony Kiedis en O’Connor zijn kortstondig een item in de vroege jaren 90. Hoe serieus dat is, verschilt aan wie je het vraagt: Kiedis beschrijft het als een relatie, terwijl O’Connor het over een paar ontmoetingen heeft.
Welke van de twee het ook is, O’Connor heeft een dermate grote impact op Kiedis dat hij het van Blood Sugar Sex Magik afkomstige I Could Have Lied over haar schrijft. “Ik was er kapot van”, schrijft hij in zijn autobiografie. “Het ging van de ene op de andere dag van ‘ik kan niet wachten om je weer te zien’ naar ‘bel me niet en kom niet langs’.” Hij schrijft er uiteindelijk samen met Frusciante het nummer over.
O’Connor is niet bepaald onder de indruk, vertelt ze in 2009. “We zagen elkaar een paar keer, maar kregen ruzie toen hij voorstelde dat we iets met elkaar zouden krijgen”, zegt de zangeres, die ook vertelt dat het nummer haar “geen reet” doet. “Ik ben geen fan van de Red Hot Chili Peppers. Ik kan ze niet uitstaan, ik snap ze niet.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Gerelateerd nieuws
NPO Radio 2 Top 2000
Give It Away: Red Hot Chili Peppers keren terug met een meer verfijnde soundNPO Radio 2 Top 2000
Hoe Sinéad O’Connor Nothing Compares 2 U tot een tranentrekkende hit maaktNPO Radio 2 Top 2000
In Scar Tissue bezingen de Peppers de littekens van hun alcohol- en drugsmisbruikNPO Radio 2 Top 2000
Sinéad O'Connor maakt indruk tijdens Pinkpopdebuut in 1988