A-ha, Madonna en meer: de Bondjaren van Timothy Dalton en Pierce Brosnan
Op de soundtracks van de Bondfilms van Roger Moore mochten de grootste popsterren ter wereld de titelsongs verzorgen. Ook in de jaren van opvolgers Timothy Dalton en Pierce Brosnan komen er enorme namen voorbij.
Waar de Bondfilms in de eerste delen met Sean Connery met instrumentale soundtracks en jazzy crooners openden, mochten popsterren van Paul McCartney tot Duran Duran aantreden voor de films met Roger Moore.
In dit derde deel van onze reeks over de titelsongs van de reeks behandelen we de films met Timothy Dalton, die eind jaren 80 in de huid van de spion kroop, en opvolger Pierce Brosnan, die tussen 1995 en 2002 de rol speelde.
The Living Daylights
Hoewel Timothy Dalton in de jaren 70 al in beeld is om James Bond te spelen, zou het nog tot 1987 duren totdat het daadwerkelijk gebeurt. Zijn debuut is ook de laatste film waarvoor John Barry, de componist die al vanaf het eerste deel bij de reeks betrokken is, de muziek verzorgt.
Al zou dat niet gebeurd zijn als het aan Neil Tennant en Chris Lowe, oftewel de Pet Shop Boys, had gelegen. Het Britse duo is naar verluidt zeer geïnteresseerd in het maken van de soundtrack van de film, en heeft contact hierover met de producenten. Maar wanneer Tennant en Lowe ontdekken dat ze alleen maar de titeltrack zouden maken, en niet de hele soundtrack, haken ze af.
Een andere band die in de running is voor het maken van de titelsong is The Pretenders. De groep rond zangeres Chrissy Hynde levert uiteindelijk ook twee nummers voor de soundtrack van The Living Daylights, waaronder If There Was A Man. Die song is te horen tijdens de aftiteling, maar wordt niet als titelsong gebruikt – een primeur in de filmserie, waar tot nu toe steeds hetzelfde nummer tijdens de opening als de afsluiting gebruikt wordt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Na het enorme succes van Duran Durans A View to a Kill willen de producenten wederom weer voor een zo trendy mogelijke groep gaan, en zo komen ze uit bij A-ha. De Noorse band heeft een enorme hit gescoord met Take On Me, en wordt nu uitgenodigd om samen met John Barry de titelsong voor The Living Daylights te maken.
A-ha levert een succesvol nummer aan de film, al geeft de groep later aan dat de samenwerking met Barry niet bepaald prettig verliep. “Hij was geen makkelijke man”, vertelt zanger Morten Harket in 2016 aan The Guardian. “Wat heel vreemd was, was hoe hij vrienden met ons probeerde te worden door Duran Duran af te zeiken. Hij maakte een paar vernederende opmerkingen over ze, en die vielen bij ons niet in de smaak.”
Ondanks het feit dat het op persoonlijk vlak niet klikt, geeft gitarist Pal Waaktaar-Savoy aan dat hij wel bewondering had voor Barry’s bijdrage aan het door A-ha geschreven nummer. De Noor sprak zijn waardering uit voor het strijkersarrangement dat Barry aan The Living Daylights toevoegt: “Toen begon het voor mij als een Bond-nummer te klinken.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Licence to Kill
De tweede film van Timothy Dalton vormt alweer zijn laatste optreden als James Bond. In Licence to Kill speelt hij een meedogenloze, duistere versie van het personage. Daar zou Daniel Craig in zijn films bewondering voor krijgen, maar voor het publiek in 1989, dat gewend is aan de lolligheid uit de delen met Roger Moore, is de overgang nog te groot.
De muziek voor Licence to Kill komt van de hand van Michael Kamen, de Amerikaanse componist die in de jaren 80 ook verantwoordelijk is voor de soundtracks van Lethal Weapon en Die Hard. Daarnaast is hij de dirigent van het orkest waarmee Metallica eind jaren 90 het S&M-optreden mee geeft.
Voor de titelsong van Licence to Kill willen de producenten in eerste instantie gaan voor een samenwerking tussen Vic Flick, de muzikant die de gitaar speelde op de originele versie van de James Bond Theme, en Eric Clapton. Het plan is om de twee gitaristen een nieuwe versie van het bekende deuntje te laten spelen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
De samenwerking tussen Flick en Clapton gaat uiteindelijk niet door, maar de titelsong van Licence to Kill grijpt wél op een andere manier terug op de begindagen van James Bond. Het door Gladys Knight gezongen nummer is namelijk gebouwd rond de muziek van Goldfinger van Shirley Bassey, dat we in het eerste deel van deze reeks beschreven.
De track is uiteindelijk zo schatplichtig aan Goldfinger, dat de schrijvers van die song royalties ontvangen voor Licence to Kill. Naast de herkenbare tonen van Goldfinger is het een track met een herkenbaar jaren 80-geluid, waarover Knight imposant uithaalt. De track komt in tien landen in de bovenste regionen van de hitlijsten terecht, en is de grootste hit van de zangeres zonder haar begeleidingsgroep The Pips.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
GoldenEye
Vanwege een rechtszaak tussen uitgever United Artists en producent EON zou het maar liefst zes jaar duren voordat Licence to Kill een vervolg krijgt. Het zou de langste pauze tussen Bondfilms zijn, totdat de coronacrisis ervoor zorgt dat er ook zes jaar tussen Spectre en No Time to Die zit. Timothy Dalton wordt gevraagd om nog eens de spion te spelen in GoldenEye, maar hij kiest ervoor om de rol aan zich voorbij te laten gaan. Pierce Brosnan is zijn vervanger.
Het scheelt weinig of Brosnans debuut wordt begeleid door een titelsong van een typische jaren 90-act: Ace of Base. De Zweedse popgroep, bekend van All That She Wants en The Sign, neemt een nummer op, maar dat wordt gepasseerd door de producenten van de film. Uiteindelijk brengt Ace of Base de track in 2002 uit onder de titel The Juvenile.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
In plaats van Ace of Base zou het Tina Turner worden die de titelsong voor haar rekening neemt. En dat niet alleen, het nummer wordt ook nog eens geschreven door U2-leden Bono en The Edge. Wanneer de twee Ierse muzikanten vernemen dat Turner gevraagd is om een nummer op te nemen voor de film, slaan ze aan het schrijven.
In 2018 vertelt Turner in een gesprek met Graham Norton dat ze in eerste instantie een demo opgestuurd kreeg van Bono, en dat die opname van bedenkelijke kwaliteit was. “Bono stuurde me de slechtste demo op”, zegt de zangeres. “Het was alsof hij hem opgenomen had met de gedachte dat ik het nummer toch niet zou maken.”
Beluister de demo van Bono en The Edge hieronder:
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Later zou ook Bono zelf toegeven dat de opname die hij naar Turner stuurde niet best was. “Hij zei: ‘Ik had het moeten weten, ik herinner me dat ik het opstuurde en daarna pas realiseerde hoe slecht het was’”, vervolgt Turner. De zangeres gaat toch aan de slag met het nummer, en zingt het op haar eigen manier. Turners titelsong wordt uiteindelijk, net als GoldenEye zelf, goed ontvangen, en luidt zelfs een opleving in de carrière van de zangeres in.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Tomorrow Never Dies
Na GoldenEye is James Bond weer ongekend populair. De film wordt een kassucces en voor het vervolg Tomorrow Never Dies wordt een budget van maar liefst honderd miljoen euro uitgetrokken. Dat levert ook op muzikaal vlak weelde op: de producenten benaderen een flinke groep artiesten met de vraag of ze een titelsong willen schrijven.
“Het was vreemd. Ze zetten een soort American Idol-achtige situatie op, waar ze een stuk of negen artiesten vroegen om een Bond-liedje te schrijven”, vertelt Pulp-frontman Jarvis Cocker in 2008 aan fansite MI6. Met zijn band is hij in de running om de titelsong van de film te leveren. Cocker schrijft Tomorrow Never Lies, zoals de film oorspronkelijk zou heten.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
De track wordt, tot irritatie van Cocker, niet gekozen. Pulp gebruikt Tomorrow Never Lies uiteindelijk als b-kantje van de single Help the Aged. Een van de andere artiesten die een song levert aan de producenten is de Canadese singer-songwriter k.d. lang. Ze neemt het bombastische Surrender op, dat herinneringen oproept aan de door Shirley Bassey gezongen titelsongs uit de begindagen van de filmreeks.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Maar ook k.d. langs song schopt het niet tot de titeltrack van Tomorrow Never Dies. De filmmakers zijn weldegelijk onder de indruk van Surrender, en gebruiken het nummer dan ook tijdens de aftiteling van de film. Maar voor de titelsong willen ze een artiest die ‘chart-friendly’ is, en de status van de Canadese zangeres is niet groot genoeg om die rol te vervullen.
Daarom valt de keus uiteindelijk op Sheryl Crow, die in de jaren 90 hits als All I Wanna Do en If It Makes You Happy heeft gescoord. “Het voelde als de allergrootste eer op het gebied van muziek schrijven voor films”, vertelt de zangeres dit jaar aan NME. “Ik genoot van iedere minuut waarvan ik de dramatische opening van de film mocht opnemen.”
Crows song Tomorrow Never Dies valt in de smaak en wordt, voor het eerst sinds For Your Eyes Only uit 1981, genomineerd voor een Golden Globe en een Grammy. In beide gevallen weet Crow de prijs niet in de wacht te slepen. In hetzelfde jaar horen we namelijk Celine Dions My Heart Will Go On op de soundtrack van kaskraker Titanic, en die track gaat er met alle prijzen vandoor. Ook onder Bond-liefhebbers is er nog altijd discussie over de soundtrack – een flink deel van de fans heeft de voorkeur voor k.d. langs Surrender uitgesproken.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
The World is Not Enough
In de maanden voor de release van The World is Not Enough in 1999 gonzen er de nodige namen rond van artiesten die het titelnummer voor de film zouden gaan zingen. De muziek van de song is geschreven door componist David Arnold, die de muziek voor de hele film verzorgde.
De tekst is van de hand van Don Black, die eerder al Thunderball, Diamonds are Forever, The Man With the Golden Gun en k.d. langs Surrender voor de soundtrack van Tomorrow Never Dies schreef. De tekst van The World is Not Enough is geschreven vanuit het perspectief van Elektra King, de femme fatale die als een van de antagonisten in de film optreedt.
Het Britse Music Week schrijft dat artiesten als Jamiroquai, Björk, Melanie C en Robbie Williams, die in 1998 al verwijzingen naar Bondfilms verwerkte in zijn single Millennium, afgewezen werden na hun audities voor het nummer. David Arnold ontkent echter dat deze artiesten in de running waren om de titelsong voor The World is Not Enough te zingen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Die eer gaat uiteindelijk naar Garbage, de Amerikaans-Schotse band rond zangeres Shirley Manson, die volgens Arnold perfect bij de serie past. “Een deel van de reden dat ik Garbage zo’n goede keus vond, is omdat ik het idee had dat Shirley Manson uitstekend in de wereld van James Bond zou passen”, vertelt hij in het dvd-commentaar van de film. “Shirley is de enige persoon uit de wereld van de hedendaagse popmuziek die het muzikale equivalent is van het personage Elektra King.”
De leden van Garbage reageren enthousiast. Zo laat de in Schotland geboren Manson weten het een eer te vinden om als artiest uit het geboorteland van Sean Connery de filmreeks te vertegenwoordigen. “Het is een geweldig nummer, overduidelijk in de stijl van John Barry”, zegt de zangeres bij de aankondiging dat Garbage het titelnummer van de film maakt.
We gingen van enthousiast en wakker naar ineengezakt en gedeprimeerd.
Mansons enthousiasme wordt echter om zeep geholpen wanneer de band The World is Not Enough in de bioscoop ziet. Garbage zou aanwezig zijn bij de première in Los Angeles, maar moet uitwijken naar een bioscoop in Pittsburgh wanneer hun vlucht geannuleerd wordt. “Al onze vreugde werd verpletterd”, zegt Manson in gesprek met Yahoo.
“We zaten op het puntje van onze stoelen – oh mijn god, we hebben het titelnummer voor een Bondfilm gemaakt”, vervolgt ze, “en toen bleken ze geknoeid te hebben met de mix, waardoor het nummer compleet anders klonk. We zaten als leeggelopen ballonnen in onze stoelen. We gingen van enthousiast en wakker naar ineengezakt en gedeprimeerd.”
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Die Another Day
Nadat de alternatieve rock van Garbage geen indruk weet te maken in de Amerikaanse hitlijsten, besluit uitgever MGM dat er een grote naam nodig is voor Die Another Day. Zo komen de makers uit bij Madonna. De zangeres is op dat moment bezig aan American Life, het album waarop de Queen of Pop voor een meer duister, experimenteel geluid kiest.
Opvallend genoeg heeft Madonna in 1999 al haar samenwerking verleend aan een parodie op James Bond. Haar track Beautiful Stranger is namelijk te horen op de soundtrack van The Spy Who Shagged Me, het tweede deel van de Austin Powers-serie. Na de parodie mag de zangeres dus ook haar bijdrage aan de echte James Bond verlenen.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Het nummer Die Another Day komt voort uit een track die Madonna al aan het schrijven was voor American Life. De song vormt nogal een afwijking van de titelnummers uit de rest van de reeks: Die Another Day is grotendeels elektronisch, en is mijlenver verwijderd van de melancholische popsongs die de eerdere films openden.
En ook de titelsequentie is behoorlijk anders. Normaal gesproken zien we silhouetten van zwoel bewegende vrouwen, die deinen op de muziek. Maar nadat James Bond in de eerste minuten van Die Another Day gevangengenomen wordt tijdens een missie in Noord-Korea, is in de titelsequentie te zien hoe hij tijdens zijn gevangenschap gemarteld wordt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Het nummer doet het uitstekend in de hitlijsten, al wordt het niet geweldig ontvangen in de media. Het grootste kritiekpunt is het feit dat Die Another Day totaal niet klinkt als eerdere titelsongs uit de reeks, en eerder aanvoelt als een dancetrack dan als de opening van een Bondfilm.
Ook enkele prominente personen uiten hun kritiek op Madonna’s song. Zo zou de Britse prins Philip bij de première aan de Queen of Pop gevraagd hebben of hij oordoppen nodig had. Componist David Arnold, die nota bene de muziek van de rest van de film verzorgt, zegt dat hij het nummer niks vindt en weigert om de melodie als motief in de rest van de soundtrack te gebruiken, wat gebruikelijk is in de films.
Idealiter zou ik wat begrip voor de muzikale keuzes in het nummer kunnen opbrengen, maar dat is niet gelukt.
Elton John sluit zich aan bij de criticasters, en omschrijft Die Another Day als ‘de slechtste Bond-song aller tijden’. Die opmerking leidt tot een klein relletje, wanneer Madonna besluit om niet naar de uitreiking van de Golden Globes te gaan, waar ze naast John zou zitten.
Overigens heeft Madonna niet alleen met de titelsong haar bijdrage aan Die Another Day geleverd: de zangeres speelt ook een klein rolletje in de film. De zangeres kruipt in de huid van scherminstructrice Verity. Ook dat optreden kan niet op al te veel gejuich rekenen, Madonna ‘wint’ de Razzie voor Worst Supporting Actress voor haar scène.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Naast de kritiek op Madonna’s titelsong wordt Die Another Day in zijn geheel niet goed ontvangen. De film is schaamteloos over the top, met een schurk die zich schuilhoudt in een gebouw van ijs en James Bond, voor de laatste keer gespeeld door Pierce Brosnan, die rondrijdt in een auto die onzichtbaar kan worden.
In de films van opvolger Daniel Craig gooien de producenten het dan ook over een heel andere boeg, met een reeks rauwe, serieuzere films. In ons laatste deel van deze reeks artikelen lees je volgende week tot welke muzikale keuzes dat heeft geleid.
Gerelateerd nieuws
NPO Radio 2 Top 2000
Van Shirley Bassey tot Tom Jones: de soundtracks van de eerste BondfilmsNPO Radio 2 Top 2000
De titelsongs van Roger Moores Bond: van McCartney tot Duran DuranProgramma
Tomias en Maurits zoeken hun jeugdidoolMuzieknieuws
Dit zijn de drie beste Bond titelsongs volgens NPO Radio 2 luisteraars