Archeoloog Martijn van Haasteren ontdekte drugs uit de Romeinse tijd.
- Nieuws
- Archeoloog Martijn van Haasteren ontdekte drugs uit de Romeinse tijd.
Archeoloog Martijn van Haasteren onderzoekt botten. En terwijl hij bezig was met het analyseren van 80.000 opgegraven botten, bleek één van die botten vol hallucinerende drugs te zitten. En dan geen LSD uit een schuur in Brabant, maar gewoon oer-Hollands Bilzekruid uit de Romeinse tijd. Martijn vertelt er alles over in Spijkers met Koppen.
Martijn was bezig met opgegraven botten invoeren in de database en had op het eerste gezicht niet door dat hij wel een heel bijzonder botje handen had. “Ik moest het botje schoonmaken, want ik zag dat er nog heel veel klei op zat. Dus ik prikte het leeg en toen kwamen er allerlei zwarte korreltjes uit,” vertelt Martijn. Dat het iets bijzonders was, dat was gelijk duidelijk. Maar nog steeds wist Martijn niet precies wat hij had gevonden.
Bilzekruid als medicijn
Met behulp van botanisten wist hij te achterhalen dat die zwarte zaadjes Bilzekruid waren. Een plant dat lange tijd als onkruid werd gezien. Maar door de vondst van Martijn weten we zeker dat het in de Romeinse tijd ook echt door mensen gebruikt werd. Al is dat gebruik niet zonder gevaar. Martijn heeft oude Romeinse recepten gevonden waarin bilzekruid als medicijn wordt gebruikt. Bijvoorbeeld tegen bijvoorbeeld oorpijn, kiespijn, kortademigheid. Maar er wordt ook gewaarschuwd voor de hallucinogene effecten van de plant. Martijn: “Die Romeinse schrijvers zeggen wel: Pas op, want anders word je gek”.
Dolf Jansen en Willemijn Veenhoven zijn geïntrigeerd. “Wat gebeurt er als ik nu een paar van die dingetjes op eet?” oppert Willemijn. “We kunnen het gewoon proberen!” beaamt Dolf. Maar dan moet Martijn toch echt ingrijpen: “Ik sta niet in voor de gevolgen. Je legt het loodje als je te veel inneemt”. Dolf & Willemijn blijven er bij nader inzien toch maar vanaf.
Video niet beschikbaar