Met All Things Must Pass komt George Harrison los van The Beatles
Nadat hij zich jarenlang in de schaduw van John Lennon en Paul McCartney bevond, weet George Harrison in 1970 met All Things Must Pass indruk te maken als soloartiest. Met de plaat bewijst 'the quiet one' een uitstekende songwriter te zijn.
Op de latere albums van The Beatles draagt George Harrison al steeds vaker nummers bij. Zijn songs uit die periode, zoals Taxman, Here Comes The Sun, While My Guitar Gently Weeps en Something, worden gerekend tot het beste werk van de groep. Het laatste nummer wordt door Frank Sinatra zelfs omschreven als "het beste liefdesliedje van de afgelopen 50 jaar", al noemt de crooner de track per abuis als zijn favoriete compositie van Lennon en McCartney (in 1978 corrigeert Sinatra zijn uitspraak).
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Gepasseerde liedjes
Maar niet alle nummers die Harrison inbrengt bij The Beatles redden het. En dus brengt de gitarist in 1968, terwijl de Fab Four nog actief is, al zijn instrumentale debuutplaat Wonderwall Music uit. Daarmee is hij de eerste Beatle die een soloalbum uitbrengt, én vormt de titel jaren later ook nog eens de inspiratie voor Oasis-hit Wonderwall.
Terwijl de sfeer in The Beatles steeds verder verslechtert, blijft Harrison songs schrijven. Een deel van die nummers komt terecht op All Things Must Pass, het driedubbelalbum dat hij in 1970 uitbrengt. Zo nemen The Beatles een demo op van de titeltrack tijdens de Get Back-sessies in 1969, de opnames die uiteindelijk resulteren in het album Let It Be. De sfeer tijdens die sessies is zo gespannen – The Beatles lieten zich tijdens de opnames filmen door een documentaireploeg, die meer ruzies dan muziek vastlegt – dat Harrison halverwege de opnames naar buiten stormt.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
"Ringo was al eens weggelopen. Ik wist dat John uit de band wilde stappen", vertelt Harrison later. "Het was een moeilijke, stressvolle tijd, en gefilmd worden terwijl we ruzie maakten was vreselijk. Ik stond op en dacht: dit doe ik niet meer, ik ben weg. Dus ik pakte mijn gitaar en ging naar huis, die middag schreef ik Wah-Wah."
Opnames met bekende gasten
Wah-Wah komt uiteindelijk op All Things Must Pass terecht, en is het eerste nummer dat opgenomen wordt voor het album. Achter de knoppen zit de controversiële Phil Spector. Harrison vraagt de producer nadat hij onder de indruk is van zijn werk op Let It Be, het laatst uitgekomen Beatles-album (al werd meesterwerk Abbey Road later opgenomen met vaste Beatle-producer George Martin).
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Spector blijkt echter te onberekenbaar om het hele album te produceren: na een paar maanden verlaat hij de sessies en maakt Harrison All Things Must Pass zelf af. "Ik moest regelmatig in Phils hotel inbreken om hem te halen", vertelt Harrison in 1987 aan Musician. "Dan klom ik vanaf het dak via zijn raam naar binnen en riep ik dat we gingen opnemen. Hij zei 'oké, oké', en had dan achttien cherry brandies nodig om in de studio te komen."
Het is niet de enige grote naam die meewerkt aan All Things Must Pass. Zo doet niet alleen oude bekende Ringo Starr mee aan de sessies, maar doet Phil Collins ook wat percussie tijdens de opnames, al haalt de latere Genesis-frontman het uiteindelijke album niet. Dat geldt ook voor Peter Frampton. Het werk van Eric Clapton haalt de plaat wél. Bovendien vormt de gitarist na de opnames zijn band Derek And The Dominos met andere leden die aan de sessies meedoen. Met die groep maakt Clapton Layla, over zijn verliefdheid op Harrisons vrouw Pattie Boyd (met wie Clapton uiteindelijk in 1979 trouwt).
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
My Sweet Lord
Naast tracks als Isn’t It A Pity, Beware Of Darkness en I’d Have You Anytime (dat Harrison samen met Bob Dylan schrijft), is My Sweet Lord het bekendste nummer van All Things Must Pass. Op die song, die zowel refereert aan het christendom als het hindoeïsme, komt de spirituele kant van de Brit duidelijk naar voren.
Het nummer wordt een groot succes: Harrison is de eerste voormalige Beatle die met een single een nummer 1-hit scoort als soloartiest. Ten tijde van de release doet All Things Must Pass het ook beter dan het werk van zijn voormalige collega’s, het album verkoopt vele malen beter dan soloalbum McCartney en John Lennons Plastic Ono Band uit hetzelfde jaar.
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
Iconische tuinkabouters
In de zomer van 2021 staat All Things Must Pass weer volop in de aandacht. In augustus 2021 verscheen een super deluxe-versie van het album, ter ere van het vijftigjarig bestaan. Die versie, geproduceerd door Harrisons zoon Dhani, verzamelt 70 tracks op maar liefst acht LP’s.
Daarnaast heeft de Britse kunstenaar Ruth Davis een kolossale plantaardige versie van de albumhoes gemaakt op een straat in het Londense Chelsea. Ze maakte enorme versies van de tuinkabouters waarmee Harrison op de cover van All Things Must Pass staat. Hiervoor werkte Davis samen met Dhani.
"We wilden het vijftigjarig bestaan vieren met natuur", legt Harrisons zoon uit over de kunstinstallatie. "Daar had hij een diepe verbinding mee. Zijn manier om te mediteren en te bidden was door te tuinieren." Ook Harrisons vrouw Olivia is enthousiast over het project: "Ik weet dat George dit geweldig had gevonden. Hij vond niks fijners dan in een tuin zijn. En zijn liefde voor tuinkabouters is algemeen bekend."
Bekijk hier hoe de installatie gemaakt werd:
Om deze inhoud te tonen moet je toestemming geven voor social media cookies.
George Harrison in de NPO Radio 2 Top 2000
All Things Must Pass wordt in de NPO Radio 2 Top 2000 vertegenwoordigd door My Sweet Lord. In 2021 staat het nummer op plek 1314.