Ongemak en ontroering bij Ethiopiques
- Nieuws
- Ongemak en ontroering bij Ethiopiques
Eshete, Ahmed en Mekurya ontroeren - ondanks de Franse begeleidingsgroep.
Primeur: een Afrikaans concert dat te vroeg begint. Om tien voor zeven klinkt ineens een duidelijk herkenbare Ethiopische groove in de Congotent, luid genoeg om iets verderop backstage de verslaggever in zijn koffie te laten verslikken en het op een drafje te zetten.
Badume’s Band is een geheel Frans ensemble dat zich al jarenlang bezig houdt met een reconstructie van de Ethiosound van de jaren zestig en zeventig. Dat doet men inmiddels aardig, maar bij lange na niet met de ‘shock and awe’ intensiteit en overtuigingskracht van bijvoorbeeld het Amerikaanse collectief Antibalas. Terwijl de benadering van Antibalas en Badume’s Band goed vergelijkbaar is: het reanimeren van klassieke afropop, de ‘big brassy sound’ waarmee de Afrikaanse muziek van de jaren zeventig terecht wereldberoemd mee werd.
Wat Antibalas nu met de afrobeat van wijlen Fela Kuti doet zou men ook mogen verwachten van een ensemble dat zich ertoe zet om de klassieke Ethiojazz, soul en funk te laten herleven. Maar Badume’s Band klinkt hiervoor toch veel te schools en te vlak. En de concurrentie hijgt bovendien in de nek: de Franse groep Tigre des Platanes, maar ook The Ex, slagen er juist door hun eigenzinnigheid in om veel dichter de provocerende geest en het onnavolgbare elan van de klassieke Ethiojazz te benaderen.
Saxofonist en Ethiojazzveteraan Getatchew Mekurya komt in de gelederen van The Ex op een indrukwekkende manier weer tot leven; bij Badume’s band verdwijnt Mekurya bijna anoniem naar de achtergrond. Veelzeggend.
Afgezien de matige begeleidingsband is het natuurlijk wel een bijzondere line up die men hier heeft weten te realiseren. Alemayehu Eshete staat bekend als de Abessijnse Elvis, althans: dat was hij meer dan dertig jaar geleden. Nu is hij een charmante rock’n’roller op leeftijd, die met zijn ‘boyish charm’ nog steeds wel een genot is om te zien, maar in zangtechniek inmiddels echt oud begint te worden. Zijn Ethiopische rock ‘n’ roll komt in de zaal dan ook nauwelijks over.
Nog vreemder wordt het wanneer een in Ethiopische kledij gestoken Fransman ineens begint te zingen. Met volle overgave, dat wel, maar toch biedt dit een bijzonder ongemakkelijk tafereel: een blanke die in Afrikaanse kledij doet alsof-ie Afrikaans is. Dat is een overbekende verschijning op menige Afrikaans feestje, maar nu ook al op een prestigieus jazzfestival? Vreemde keus van setopbouw ook, want door de eerste twee zangers verlaat een groot deel van het publiek al de Congo tent ruim voordat de echte ster van de avond het podium betreedt.
Ahmed, amen
En dat is natuurlijk Mahmoud Ahmed, naar goed gebruik gehuld in een stijlvolle Ethiopische outfit die hem de grandeur van een elderly statesman geeft. Ahmed zingt met iets meer galm dan ik me meen te herinneren van de laatste keer dat ik hem zag. Maar ondanks dat regeert zijn stem nog overduidelijk op het gebeuren on stage. Vergis ik me of proberen de Fransen Ahmeds improvisaties lichtelijk nerveus bij te benen? Getatchew Mekurya wordt door Ahmed ook eindelijk wakker.
Wilt u die totale ontroering?
De finale is aangrijpend: Eshete en Ahmed die tegenover elkaar de eskesta (een bijzonder funky Ethiopisch schouderdansje) doen. Hun beider glimlach spreekt boekdelen en is, voor wie daar gevoelig voor is, werkelijk heel ontroerend, want welbeschouwd is de Ethiojazz een dramatische geschiedenis. Al die geniale muziek werd de nek omgedraaid door de marxistische machthebbers in de tijd van de Dergue. Een hele generatie van zangers en muzikanten werd zo iedere expressiemogelijkheid ontzegd, en hun elan werd pas wereldberoemd toen een decennium later Francis Falceto Mahmoud Ahmeds sleutelalbum Ere Mela Mela in het westen uitbracht. Met zijn monumentale Ethiopiques cdreeks (inmiddels zijn er 25 delen verschenen) verricht Falceto nog steeds pionierswerk, en dit concert op het prestigieuze North Sea Jazz is in zekere zin ook een passend eerbetoon aan de generatie van Eshete, Mekurya en Ahmed. Maar je blijft je onwillekeurig afvragen wat er allemaal had kunnen gebeuren als het anders was gelopen.
Coda
Backstage sprak ik even met Falceto, die me met onverdroten energie vertelde dat hij nog genoeg materiaal heeft om tot Ethiopiques 35 te komen. Ook is hij bezig met zijn festival in Addis Abeba (maart 2010), en wordt hij gestalkt door het vermaarde Kronos Quartet, die staan te springen om naar Ethiopia af te reizen om zich te kunnen laven aan de traditionele muziek van Addis. The Ethiojazz saga continues...
Jair Tchong
Bezetting: Mahmoud Ahmed, Alemayehu Eshete, Eric Menneteau (zang); Getachew Mekuria, Pierre-Yves Mérel, Xavier Pusset (sax); Rudy Blas (gitaar); Franck Le Masle (toetsen); Etienne Callac (contrabas); Antonin Volson (drums); Jonathan Volson (percussie).
Gezien: zondag, 18.50u-20.00u, Congo.