NPO Soul & Jazz

Drummer met bekkendrift, kleurloze gitarist

  1. Nieuwschevron right
  2. Drummer met bekkendrift, kleurloze gitarist

Trompettist Christian Scott zet in op lyriek, maar wordt danig in de weg gezeten door een drummer met bekkendrift. En een kleurloze gitarist.

On stage

Trompettist Christian Scott opent met zijn concert in Congo (Music Meeting liefhebbers kennen deze tent als de Kathedraal) althans voor deze verslaggever North Sea Jazz 2009. Met een lang uitgesponnen stuk, gebaseerd op een aangenaam dromerig gitaarmotiefje, zet Scott direct een filmische sfeer neer, met een geluid ergens tussen etherische Scandinavische jazz, en de lyriek van een Eric Vloeimans op zijn meest luchtige momenten. Helaas wordt het eerste nummer ernstig ontsierd door een geluidsmixer die nog overduidelijk in een comateus halfslaapje lijkt te verkeren. De harde meppen van de drummer en de knallende zweepslagen die uit de contrabas komen overstemmen in het geheel de piano.

Verwachting

Gelukkig wordt deze onbalans later iets beter, maar twee nummers verder in de set komt toch weer onwillekeurig Elvin Jones, de legendarische drummer van o.a. A love supreme, in gedachten, zoals mij vaak overkomt wanneer ik snoeverij achter de drumkit zie. Hoe Jones het als drummer voor elkaar kreeg om power zonder machismo en een diepe sound zonder enige overbodige franje te creeren zal wel altijd een van de geheimen van het heelal blijven, maar deze drummer beheerst die kunst beslist niet. Al snel begin ik me te irriteren aan de symfonische rock benadering die hier tussen de regels door luid begint te spreken: eindeloos geram op de bekkens en zelfs de uit de hardrock overgewaaide driedubbele bastromroffel maken korte metten met de lyriek die Scott hier toch echt tracht op te roepen.Sure, het is een kwestie van smaak en als je van symfonische rock houdt, dan is Christian Scotts huidige band een prima instapmomentje voor iedere luisteraar die nieuwsgierig is naar jazz. Maar naar mijn idee is de essentie van jazz communicatie, waarmee deze drummer zich met zijn bekkendrift en basdrumfetisj diskwalificeert. Overigens wel een genrebreed euvel tegenwoordig: miskende rockdrummers zijn helaas ontelbaar. Terwijl unieke maestros (zoals Elvin Jones en Max Roach) evenzogoed ongekende krachten wisten te genereren die op een veel dieper niveau indruk wisten te maken (John Engels over Elvin Jones, ooit in Het Parool: "Jones is oersoep, van voor het moment van de oerknal! Heb je dat op papier, beste vriend?")

Mooie momenten

Voila, wellicht is het nu tijd om ook even de mooie momenten aan te stippen. Angola, Louisiana, 13nd amendment, noem het een ballad, werd door Scott geintroduceerd met een verhaal over een jeugdvriend, die ooit onterecht als 14-jarige werd veroordeeld voor een viervoudige moord waarvan hij nooit de dader kon zijn. Simpelweg omdat hij op het moment van de moord in het gezelschap van Scott verkeerde. De trompettist koppelde dit aan een uitgesproken 'Obama-style' verlangen dat er ooit een einde komt aan de krankzinnige situatie dat een van de grootste democratieen ter wereld een bizar hoog percentage van gekleurde gevangenispopulatie telt. Met een dergelijke introductie verwacht je een emotionele duik in de diepzee: zover kwam het niet, daarvoor kleurt dit ensemble tezeer binnen de lijntjes van dit soort jazz. Vooral de gitarist was erg kleurloos, zoals hij met moeilijk gezicht melodywise omhoog kringelde, en dan weer omlaag, was bij lange na niet genoeg om een concentratieboog mee te kunnen bouwen.

Oordeel

Al met al: zeker niet onaardig, maar hier werd voorwaar geen hemels vergezicht geopend.

Jair Tchong

Bezetting: Christian Scott (trompet); Mathew Stevens (gitaar); Milton Fletcher (piano); Kristopher Keith Funn (contrabas); John Lamkin (drums).

Gezien: vrijdag 18u-19u Congo.