Gino Vannelli moet hard werken om People Gotta Move in de hitlijsten te krijgen

Als 18-jarige aspirerende ster is niet iedereen in de omgeving van Gino Vannelli overtuigd van zijn carrièrekeuze. “Mijn toenmalige vriendin, Anne-Marie wilde niet dat ik de showbizz in ging”, vertelt Vannelli. “Ik was vastbesloten om een succesvolle muzikant te worden en wilde bewijzen dat ik in één nacht een hit kon schrijven. Ik zei: ‘Morgen speel ik iets voor je dat op een dag een grote hit zal zijn.’ En zij rolde met haar ogen. De volgende dag ging ik na school bij haar langs en speelde ik People Gotta Move voor haar.” Anne-Marie en haar vader zijn dan misschien niet overtuigd door Vannelli’s gebaar, hij heeft vanaf dat moment wel een toekomstige hit op zak.

'Welkom bij de familie'

Met zijn talent zit het wel goed, maar helaas zijn ook de platenbazen in New York niet direct onder de indruk van Vannelli's kunde. De zanger is 20 jaar en zit zonder label, maar wil niet meteen de handdoek in de ring gooien: “Ik wilde hoe dan ook succesvol worden.” Hij hoopt meer succes te hebben aan de westkust van de Verenigde Staten en vertrekt richting Los Angeles.

Na 3, 4 maanden in Californië heeft Vannelli ook daar nog geen indruk weten te maken. “Niemand zag wat in me. Toen zag ik Herb aan de overkant van de parkeerplaats.” Herb Alpert is in de jaren 70 niet alleen een grote artiest, hij is ook samen met Jerry Moss eigenaar van A&M Records. In de 60’s tekenen ze onder andere Sergio Mendes, Procol Harum, Quiincy Jones en de Carpenters en in jaren 70 brengt Cat Stevens er zijn zeer succesvolle Tea For The Tillerman uit. “Dat was een label waar ik ook graag bij wilde. Ik ren op ’m af. Hij vraagt: ‘Wat moet je?’ Ik zeg: ‘Ik wil voor je spelen.’ Dus ik speelde people Gotta Move, Mama Coco, Crazy Life en Powerful People op gitaar. En zo goed ging het niet. Hij kijkt me aan en zegt: ‘Welkom bij de familie.’”

Stevie Wonder

Langzaam begint het balletje te rollen. "We verbleven in het Hallmark Hotel samen met veel andere artiesten", vertelt Vannelli. Daar ontmoet hij onder andere Marvin Gaye en Curtis Mayfield. Als hij bij het zwembad ligt, hoort hij op de achtergrond iemand een van zijn nummers spelen. Het blijkt niemand minder dan Stevie Wonder te zijn. "Stevie staat op en we omhelzen elkaar en we praten over het album en ik zeg hoe goed ik hem vind. En dan zegt Stevie opeens: 'Chaka Khan kan niet met me mee op tournee. Wil jij zeven, acht concerten met mij doen?'"

Soul Train

Niet veel later komt Vannelli’s album uit en scoort hij dan eindelijk een hitje met People Gotta Move. “Ik stond op het punt om in Stevies voorprogramma te staan in ’t Coliseum. Toen werd ik gebeld door Don Cornelius met z’n onmiskenbare stem.” Cornelius biedt Gino een plek aan in zijn tv-programma, het welbekende Soul Train. Gino is de tweede niet-zwarte artiest die in de show verschijnt. Iets wat hij Cornelius aan de telefoon voorlegt: “Hij zegt: ‘Weet ik, maar voor Soul Train ben jij gebroken wit.’” Als hij op het podium verschijnt, zet Vannelli een sterk optreden neer. “En vanaf toen ging het hard.”