Programma

Hoe ons taalgebruik verandert door de coronacrisis

Nieuws
Hoe ons taalgebruik verandert door de coronacrisis

Groepsimmuniteit, lockdown-party en anderhalve-meter-economie: onze vocabulaire ontwikkelt zich als een malle door de coronacrisis. Wouter belt met taalkundige Vivien Waszink over deze ontwikkeling.

Vivien vertelt dat er normaliter jaarlijks duizenden nieuwe woorden bijkomen. Het merendeel daarvan verdwijnt echter na korte tijd weer. Alleen al in deze afgelopen zes weken, zijn er ongeveer 700 nieuwe woorden ontstaan. "Dat is echt heel veel", vertelt Vivien. "Deze woorden zijn actueel en we horen ze vaak. Daarom nemen we ze snel over in onze eigen vocabulaire." Vivien merkt op dat ook deze woorden vaak weer verdwijnen ofwel een nieuwe versie krijgen: "In het begin hadden we het woord 'corona-hamsteren', maar dat is ondertussen alweer vervangen door 'onthamsteren'."

Mark Rutte

De woorden 'groepsimmuniteit', 'mitigeren' en 'anderhalve-meter-economie' werden als eerst genoemd door Mark Rutte tijdens persconferenties. Volgens Vivien zijn deze woorden hier echter niet ontstaan: "Groepsimmuniteit is helemaal geen nieuw woord. Het werd al gebruikt in de jaren vijftig in tijden van onder andere de mazelen. Wel is Mark Rutte verantwoordelijk voor het gebruik van een aantal woorden." Men bedenkt zelf ook veel creatieve invullingen zoals: 'Zoomkater' en 'quaranTinder'. Ton den Boon startte zelfs online een coronawoordenboek dat hij bijna dagelijks aanvult.

Beluister hieronder het gesprek tussen Wouter en Vivien terug: