Bobby Kimball: een leven vóór en ná Toto

Van band naar band

Bobby Kimball begint als vierjarig jochie al met het bespelen van de piano en op zijn achtste start hij zijn allereerste bandje. Ondanks zijn grote liefde voor muziek besluit Kimball als tiener om een medische opleiding te volgen. Toch laat de muziek hem niet los. Na het afstuderen in 1969 kiest hij er dan ook voor om zijn grote passie te volgen en wordt hij fulltime muzikant. In een korte tijd speelt en zingt hij in zo’n vijftien verschillende bands rondom zijn geboorteplaats Texas. In 1974 vertekt hij naar Los Angeles en begint daar, met een aantal leden van de rockband Three Dog Night, de band S.S. Fools. Tijdens het korte bestaan van de groep, ontmoet hij zijn toekomstige Toto-collega’s: drummer Jeff Porcaro en zanger en toetsenist David Paich.

S.S. Fools brengt één album en twee singles uit, waaronder ‘Why Can’t You Be Mine’:

Grote doorbraak

In 1976 wordt Bobby Kimball gevraagd door Porcaro en Paich als leadzanger voor een nieuwe groep: Toto. De rockband weet vele hits op hun naam te zetten, zoals de klassiekers 'Hold The Line', ‘Africa’ en ‘Rosanna’. De drugsverslaving van Kimball zorgt alleen voor onenigheid binnen de groep. Tijdens de sessies voor het vijfde album Isolation in 1984 wordt hij uit de band gezet. Volgens de overige bandleden heeft het gebruik van cocaïne te veel effect op de stem van Kimball. “Bobby kon niet meer zingen. Ik bleef óók de hele nacht op, dat deden we allemaal", vertelt toetsenist Steve Porcaro in een interview met Classic Rock. "De volgende dag was mijn keel verpest, maar ik hoefde niet te zingen. Bobby wél en hij leverde gewoon niet.” In 1998 wordt hij door de bandleden teruggevraagd als leadzanger. Dit blijft tien jaar zo, totdat de band in 2008 tijdelijk stopt.

In Nederland weet Kimball samen met Toto vaak genoeg de zalen te vullen. Geniet hier van de live-versie van 'Hold The Line' in Amsterdam in 2003:

Het leven na Toto

Kimball besluit na zijn ontslag bij Toto in 1984 naar Duitsland te verhuizen. Daar gaat hij aan de slag met zijn solocarrière, samen met de Duitse muziekproducent Frank Farian. Daarnaast gaat hij werken als sessiemuzikant en zingt hij mee op de achtergrond bij verschillende artiesten zoals Chicago en The Doobie Brothers. Tot nu toe heeft Kimball drie albums met zijn eigen werk uitgebracht, met de eerste in 1994, genaamd Rise Up. Het nummer ‘Woodstock’ wordt uitgebracht als zijn debuutsingle. Hij weet alleen niet dezelfde grote hits te scoren als samen met Toto. Jaren later gaat hij de samenwerking aan met Survivor-zanger Jimi Jamison. In 2011 brengen ze hun debuutablum Kimball Jamison uit en de single 'Can't Wait For Love':

Bobby Kimball staat in 2018 samen met Toto drie keer in de Top 2000. 'Africa' staat op nummer 8, 'Hold The Line' op 303 en 'Rosanna' op 511.

Foto omslag: ANP