Jeugd
John William Coltrane, bijnaam Trane, wiens vader kleermaker en halftijds muzikant was, studeerde eerst klarinet en altsaxofoon. In 1943 verhuisde hij naar Philadelphia om verder te studeren aan de Ornstein School of Music en de Granoff Studios. John Coltrane speelde bij de zeemacht in 1946 nog altsaxofoon, maar koos vanaf 1947 voor de tenor. In zijn beginperiode, vlak na de Tweede Wereldoorlog, speelde hij onder andere in de bands van Eddie "Cleanhead" Vinson, Dizzy Gillespie en Johnny Hodges.Miles Davis
Na een korte aanloop als sideman bij onder meer blueszanger/saxofonist Eddie Cleanhead Vinson en saxofonist Johnny Hodges belandt de tenorsaxofonist in 1955 in de groep van trompettist Miles Davis. Coltrane werd door Davis binnen korte tijd een aantal malen ontslagen en opnieuw aangenomen, maar samen maakten ze voor Prestige onder meer klassieke platen als Cookin, Relaxin’, Workin’ en Steamin’.Voor- en tegenstanders
Het spel van Coltrane is inmiddels aanleiding tot heftige kritische debatten, en het levert de saxofonist felle voor- en tegenstanders op. Hoewel Coltrane als leider nog een aantal platen maakte voor Prestige, voelt zijn eerste plaat voor Atlantic in 1960, Giant Steps
, pas echt als een doorbraak. In dat jaar komt hij ook tot de formatie van zijn kwartet, met pianist McCoy Tyner en drummer Elvin Jones. Met dit kwartet maakt Coltrane binnen een aantal jaren een stormachtige ontwikkeling door. De akkoordenhordenloop die Giant Steps zo indrukwekkend maakt, maakt al snel plaats voor muziek gebaseerd op toonreeksen