Canned Heat
- Artiesten
- Canned Heat
Alcohol
De naam "Canned Heat" ontleenden zij van een in 1928 uitgebrachte blues van Tommy Johnson 'Canned Heat Blues'. Een song over een alcoholist die reddeloos verslaafd was aan het drinken van verdunde Sterno, een alcoholproduct in blik gebruikt voor verwarming, ook wel in het algemeen "canned heat" genoemd.In het nummer 'Turpentine Moan' op de lp Boogie with Canned Heat zingt de groep over hetzelfde fenomeen, namelijk het drinken van brandstof (Terpentine). De piano in dit nummer wordt bespeeld door Sunnyland Slim.
Woodstock
Andere bandleden zijn: Larry 'The Mole' Taylor (bass), Henry 'The Sunflower' Vestine (gitaar) en Adolfo 'Fito' de la Parra (drums). Het succes is mede te danken aan de film Woodstock, waarvan het nummer 'Going up the country' de officieuze soundtrack is geworden, en aan de wervelende show die daar bij hoorde. Ook op het Monterey Pop Festival, twee jaar eerder, gooide deze band al hoge ogen. Hits zijn 'On the road again' en 'Lets work together'. Canned Heat is meer een tourband dan een band die de hitlijsten verovert, wat het uitblijven van meer hits verklaart. De gitarist Harvey Mandel vervangt Henry Vestine gedurende de periode 1969-1970. In de jaren 70 zal ook Richart Hite, broer van Bob Hite, enige tijd bassist zijn van de groep.
Oud succes
Op 3 september 1970, pleegt Al 'Blind Owl' Wilson zelfmoord, wat het hart uit de band rukt. In een wisselende samenstelling gaat de band verder, maar als op 5 april 1981 Bob 'The Bear' Hite sterft aan een hartaanval tijdens een optreden, lijkt het over. De band gaat echter verder. Op 20 oktober 1997 sterft ook Henry 'The Sunflower' Vestine. Desondanks bestaat Canned Heat nog steeds onder leiding van Fito de la Parra, maar er wordt vooral geteerd op oud succes. Hierin hebben gitaristen als Walter Trout en Harvey Mandell af en toe meegespeeld.